Vlog Discover Stabroek @ Home: Aflevering 2: https://www.youtube.com/watch?v=5nkih9abIas
Aflevering 3: https://www.youtube.com/watch?v=cHnshCNEKlA

Rond 1250 ontstaat er in een nieuwe polder aan het Oud Broek een kleine gemeenschap van boeren die de vruchtbare gronden in cultuur brengen. In een tijdperk waar religie en de Kerk de leefwereld van de mensen grotendeels bepalen, wordt er een kerkje, waarschijnlijk niet meer dan een houten kapel opgericht. Hugo Nose, een rijke schepen uit Antwerpen en heer van Lillo, dijkt in de 13e eeuw verschillende polders in, waaronder ook die van Stabroek. Hij wordt beschouwd als de stichter van de parochie én de man die heeft bepaald dat Catharina van Alexandrië de patrones zou zijn van de kapel. Het kerkelijk domein hoort toe aan het O.L.V. Kapittel van Antwerpen, die er ook de Tienden bezitten op de oogsten van vooral raap- en koolzaad. Waar de kapel juist gestaan heeft is nog moeilijk te bepalen. Is het aan dat verdwenen weel -een wiel of kolk na een restant van een vroegere dijkbreuk, denk aan de huidige plaatsnaam Oosterweel - achter het Fort van Stabroek? Of lag het eerder aan de Papenkelder nog wat verder in de polder? Wie zal het zeggen. In elk geval trekt het merendeel van de inwoners van Staeckbruuc vanaf 1283 na de zoveelste overstroming naar de huidige, hoger gelegen dorpskern. In de 14e eeuw staat daar ook al een kerk gewijd aan Sint Catharina; ze zal tot op de dag van vandaag patrones blijven van de parochie en bij uitbreiding het dorp. Hoewel, in 1610, toeval of niet, dit valt samen met het begin van het 12-Jarig Bestand ten tijde van de 80-jarige Oorlog, moet Catharina tijdelijk plaats ruimen voor de Heilige Machutus van Wales (Saint-Malo in Frankrijk is naar hem genoemd). Waarom Machutus plots in Stabroek wordt aanbeden is niet duidelijk. Zijn rijk was ook snel uit, want in 1668 wordt de kerk definitief het huis van Sint Catharina.
Magister Godefridus is de oudste, gekende pastoor van Stabroek. Veel weten we niet over zijn leven, enkel dat hij overlijdt in 1307 en dat hij vanwege het Kapittel van O.L.V. van Antwerpen wordt betaald via een deel van de Tienden op raapzaad. Later zouden er nog vele pastoors, onderpastoors en kosters volgen. Hun aanstelling komt steeds het Kapittel en later het Bisdom van Antwerpen toe.

Met de bouw van de huidige kerk wordt gestart rond 1350. Ze is al snel te klein en wordt daarom vergroot in 1483-84 met een dwarsschip en centraal middenschip. De kosten worden opnieuw gedekt door de Tienden, wat aangeeft hoe belangrijk ze destijds waren als bron van inkomsten en hoe ze Stabroek welvarend maakten tijdens de late middeleeuwen. Het gebruik van Gobertange kalkzandsteen uit het verre Geldenaken in grote delen van de kerk is er het bewijs van. Na zijn overwinning op de Kouwenstijnsedijk tijdens de 80-jarige Oorlog brengt Alexander Farnese, bevel-hebber van de Spaanse troepen in de Neder-landen, een dankbezoek aan de kerk. Hij brandt er menige kaars voor Sint Catharina om haar te bedanken voor zijn zege.
Een jaar later, in 1586, brandt de kerk zelf grotendeels af bij een reeks plundertochten door rondtrekkende soldaten; de bevolking van Stabroek vlucht grotendeels weg. Binnen de nog resterende muren van het hoogkoor bouwt men een noodkerkje, dat meer dan groot genoeg is voor wat er overblijft van de godsvruchtige gemeente.
Met de heropbouw van de kerk wordt pas gestart tijdens het 12-jarig Bestand, een periode van relatieve rust tijdens de oorlog tussen Spanje en de Noordelijke Nederlanden. Helaas duurt het liedje niet lang. Vanaf 1621 herneemt de oorlog in alle hevigheid en tot overmaat van ramp zal Stabroek er middenin komen te zitten. Met generaal Ambrogio Spinola zetten de Spanjaarden de aanval in, te starten met Bergen op Zoom.

Zandvliet wordt tot een vesting gemaakt en de kerk van Stabroek wordt omgebouwd tot een waar fort: een diepe en brede gracht, hoge wallen en 5 bastions op de hoeken, vanwaar men de gracht en eventuele aanvallers kon bestoken. De kerk doet dienst als opslagplaats, schuur en uitkijkpost op de toren. Een Spaans garnizoen woont en leeft in houten barakken die tegen de kerk staan aangebouwd. Het bolwerk is ongeveer 5 hectare groot tussen de huidige Kleine Molenweg, het Begijnhof, de Dorpsstraat en de Abtsdreef. De naam Kerkendam verwijst nog naar de dam, de wal rond het bastion. De mis wordt gehouden in het hoogkoor, het enige stukje sacrale grond waar de dorpelingen (via een houten brug over de gracht) en de garnizoenssoldaten terecht kunnen voor de Eucharistie. Het is trouwens vaak de aalmoezenier van het fortje die de mis opdraagt; dat was een praktische en tijdelijke oplossing; de pastoors zouden pas enkele jaren terugkomen naar Stabroek.
De staat van de kerk gaat bij elk gevecht of bombardement achteruit. In 1643 brandt wat er nog rest van de bouwval af. Maar tegen dan is ook de Vrede van Munster, die in 1648 een einde maakt aan de 80-jarige Oorlog, reeds in zicht. Na de brand wordt er gestart, zelfs met de hulp van de Spaanse soldaten, met de restauratie van het gebouw, zowel aan de buitenzijde als aan de binnenkant. Een nieuw dak, nieuwe klokken, de ramen vernieuwd, de vloer betegelt, enz. Ook het interieur wordt verfraaid door de beste kunstenaars en stielmannen: het hoofdaltaar wordt hersteld en krijgt een schilderij van de Heilige Catharina door Erasmus Quellinus II, befaamd barokschilder uit Antwerpen (vandaag niet meer aanwezig), de zijaltaren opgesmukt, een nieuwe preekstoel en, als klap op de vuurpijl, een nieuw kerkorgel net voor de eeuwwisseling in 1697. Dit prachtige Forceville-orgel is nog steeds aanwezig in de kerk, alsook veel van het voornoemde 17e-eeuwse meubilair.

De bastions en fortificaties worden vanaf het midden van de 17 eeuw stelselmatig afgebroken, maar ze laten hun stempel wel achter in het grondplan van het hedendaags plein (door de betreurde Jo Crepain uit Kapellen getekend) en naamgeving van de straatjes er rond. Het kerkhof bij de kerk, dat ten tijde van het bastion was overgebracht naar de Danckerse Weg, wordt opnieuw in gebruik genomen. Een van de oudste graven, de kelder van de adellijke familie Moretus van het Ravenhof, is tot vandaag bewaard gebleven aan de achterzijde van het hoogkoor. Het beeld van Christus is wel aan restauratie toe, want het tooit de grafkelder al meer dan 3 eeuwen lang!
Het huidige uitzicht van de kerk is middeleeuws voor de toren en 17e-eeuws voor het koor, het schip en een deel van de kruisbeuk. De rode bakstenen zijbeuken zijn aangebouwd in de 19e eeuw, toen de gestage bevolkingsaangroei, een vergroting noodzakelijk maakte. De laatste renovaties zijn uit de 21e eeuw en maken van de Catharina-kerk een pareltje in de polder!
Een bezoekje aan het plein en in de kerk zijn absoluut een aanrader, met of zonder gids!
Bronnen: Agentschap Onroerend Erfgoed 2020: Parochiekerk Sint-Catharina [online] https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/14213 (Geraadpleegd op 02-05-2020)
JOPPEN, W. en JOPPEN, L., Kroniek van Stabroek. 1250-2008. Heruitgave van 'Kroniek van Stabroek 1250-1980', Stabroek, 2008.
Comments